In België bevinden de festivals die zich richten op postpunk in de hoek waar de zware klappen zijn gevallen. Zo werd Shadowplay vorig jaar te elfder ure afgelast en ging ook de vierde editie van het grotere broertje Sinner’s Day niet door. Het Belgian Independent Music Festival kende afgelopen december, zowel qua aanbod als opkomst, een historisch dieptepunt.
Voor deze malaise zijn verschillende oorzaken te bedenken: een inkrimpende (lees: verouderende) scene, ongelukkige artistieke keuzes, het gebrek aan (betaalbare) headliners, de concurrentie van buitenlandse festivals zoals het Wave Gotik Treffen in Leipzig of M’era Luna in Hildesheim en misschien last but not least ook wel de economische crisis. Tegelijkertijd valt er ook een paradox waar te nemen: het geluid van postpunk dat vorm kreeg eind jaren 1970, begin jaren 1980 is namelijk al enkele jaren meer dan actueel. De samenstellers van de affiche van het nieuwe Grauzone Festival zijn er met een aantrekkelijke affiche – een evenwichtige mix van krasse knarren en jonge helden– in geslaagd om deze valkuilen grotendeels te omzeilen. In een zowat uitverkochte Melkweg kon het publiek genieten van postpunk in al zijn stilistische gedaantes: van de minimal wave van Lebanon Hanover en de furieuze postpunk van Iceage over ouwe anarchopunks Zounds en The Mob tot de witte funk van A Certain Ratio.
Kiezen is verliezen en dat gold ook voor Grauzone. Dertien bands verspreid over drie podia en overlappende sets dwingen namelijk tot soms moeilijke en arbitraire keuzes. Linea Aspera, dat met een titelloos debuut vol minimal wave met een lichte witch house toets één van de leukste albums van vorig jaar afleverde, mocht de kop eraf bijten in een veel te kleine, steriele, claustrofobische en totaal ongezellige expositieruimte. Meteen ook een doorslaggevend argument om de rest van de avond deze ruimte te vermijden. Jammer want we hadden best wel een stukje willen meepikken van nieuwkomers als Lebanon Hanover, Newclear Waves en Frank (Just Frank). Het concert van Linea Aspera was meteen ook het laatste van het duo. Zangeres Alison Lewis smeet zich echter volledig (op het einde van de korte set sprong ze in het publiek –al zorgde een podium met de hoogte van een colablikje voor enige relativering) en met prima versies van onder meer ‘Malarone’ en ‘Lamanai’ bracht het jonge duo het publiek voor het eerst aan het bewegen. Dansen kon ook met de Factory Records coryfeeën A Certain Ratio die uiteraard hun set afsloten met ‘Shack Up’. Zounds opende hun show met een verwijzing naar een eerdere passage in De Melkweg en ze zouden die avond niet de laatsten zijn. Ook zanger Mark Burgess van Chameleons Vox blikte op een gegeven moment in zijn bindteksten even kort terug op het verleden, maar een gebalde set met alleen maar uitstekende songs– helaas zonder ‘Up The Down Escalator’ – drukte elke vorm van nostalgie of anachronisme gedecideerd de kop in.
Met Fehlfarben stond er niets minder dan een monument van de Neue Deutsche Welle op de affiche. De aankondiging dat ze hun ondertussen legendarische debuut ‘Monarchie Und Alltag’ uit 1980 integraal zouden spelen, zorgde voor hoge verwachtingen. Dat is namelijk de iconische lp waarop nummers als ‘Gottseidank Nicht In England’, ‘Apokalypse’ en de hit ‘Ein Jahr (Es geht Voran)’ prijken. Helaas misten we nagenoeg het volledige concert, maar waren we net op tijd in de Oude Zaal om dat laatste nummer als troostprijs te kunnen meepikken. Een nummer nadien zat het NDW feestje er helaas alweer op.
Headliners in het postpunksegment die anno 2013 nog een halve volksverhuizing teweegbrengen zijn dun gezaaid – naar alle waarschijnlijkheid is enkel The Cure daar nog toe in staat – maar voor een indoorfestival deed Echo & The Bunnymen wat van hen verwacht werd, namelijk The Max doen vollopen. Ian McCulloch was opvallend goedgeluimd en –belangrijker- goed bij stem. Terwijl hij zich afgelopen zomer op de Lokerse Feesten schor en rasperig door de eerste helft van de set ploegde, bleek de toon in Amsterdam meteen goed. Van deze Britse band hoef je geen verrassingen meer te verwachten. Iedereen wou en kreeg de gekende popparels. ‘Bring On The Dancing Horses’, ‘Lips Like Sugar’, ‘Seven Seas’ en de evergreen ‘The Killing Moon’: ze passeerden allemaal de revue, in uitmuntende uitvoeringen bovendien.
Grauzone kende met de eerste editie geen enkel noemenswaardig artistiek dieptepunt. In tegenstelling tot gelijkaardige initiatieven wisten de organisatoren het publiek te vissen uit een heel diepe vijver en dat was overduidelijk internationaal getint, opvallend jong en ruimer dan de usual suspects die doorgaans dit soort feestjes frequenteren. Niets lijkt een tweede editie dan ook in de weg te staan. Ook al blijft het geen makkelijke klus om publiekstrekkers te koppelen aan relevant aanstormend talent.
Grauzone Festival (De Melkweg, Amsterdam 1 februari 2013)
Auteur: Serge De Pauw – Foto’s: Nienke Doekes