Kunstinitiatief VHDG organiseert van 5 januari t/m 16 februari 2013 Social Sound. Een multidisciplinair tentoonstellingsprogramma romdom de vraag: ‘Wat doet muziek met de wereld om ons heen?’ Social Sound geeft in haar zoektocht naar de sociale functie van muziek het woord aan veel verschillende muziek- en beeldkunstenaars. Onder de exposanten bevinden zich noordelijke, nationale en internationale kunstenaars, waaronder Turner Prize-winnaar Jeremy Deller (GB), het Zwitserse kunstcollectief !Mediengruppe Bitnik en filmmaker/beeldend kunstenaar Matt Stokes (GB).
Lilian Bense, geïnspireerd door de vraagstukken van Social Sound, stelt in haar essay ‘It’s not art, it’s music’ kritische vragen over de relatie tussen kunst en muziek. Wanneer is iets eigenlijk kunst en wanneer is het muziek?
It’s not art, it’s music
AUTEUR: Lilian Bense
Het kwam toch wat onverwacht: de keuze van de jury om de Turner Prize in 2010 toe te kennen aan de Britse Susan Philipsz (1965). Als eerste in de geschiedenis van de prijs won een werk dat louter en alleen uit geluid bestond. Uit de luidsprekers die Philipsz eerst onder drie bruggen in haar geboortestad Glasgow had opgehangen galmde een door haar zelf gezongen Schots klaaglied uit de 16de eeuw. Onwennig stond het publiek in de lege zaal van Tate Britain, luisterend naar de houterige klanken van haar Lowlands.
Philipsz is vooral geïnteresseerd in de psychologische effecten van gezang. “Een ongeoefende stem die moeizame noten zingt zonder begeleidende muziek vinden mensen al snel raar, alsof je iets dat heel erg privé is in een publieke context plaatst”, vertelt ze later in een interview. Voor haar ‘geluidssculpturen’ gebruikte de jonge Britse al eerder nummers van Nirvana, The Velvet Underground en Radiohead, die werden afgespeeld in een supermarkt en bij een busstation. Het winnende Lowlands werd met veel scepsis ontvangen. De meest gehoorde kritiek: ‘Het is gewoon iemand die zingt. Het is geen kunst, maar muziek’.
Wanneer is iets kunst, wanneer muziek? En hoe zetten kunstenaars muziek in voor hun werk? Ooit werd muziek beschouwd als de ultieme abstracte kunstvorm. “De muziek, die als hoogste uiting van gevoel beschouwd wordt, was in uitdrukkingswijze de schilderkunst verre vooruit”, schreef Van Doesburg al in het begin van de 20ste eeuw. Voor Kandinsky en zijn tijdgenoten was muziek het grootste voorbeeld, wat onder andere tot uiting kwam in titels als ‘Compositie’, ‘Impressie’ en ‘Improvisatie’. Ritme, wiskundige, abstracte constructies en herhaling van klanken probeerden ze in hun schilderijen toe te passen, met als algehele doelstelling: schilderkunst moet net zulke krachten ontwikkelen als muziek bezit en hoeft dus ook niet meer een concrete voorstelling te representeren. Het ontstaan van de abstracte kunst was ondenkbaar geweest zonder parallellen met muziek. Maar terwijl het de schilders er toen vooral om ging de klanken om te zetten in abstracte schilderijen, wordt tegenwoordig de muziek zelf veelvuldig (her)gebruikt om nieuw werk te maken.
Vaak wordt er vanuit gegaan dat muziek per definitie een politieke positie inneemt binnen de samenleving. Er zijn dan ook veel kunstenaars die vooral het politieke karakter van muziek gebruiken om hun stem te laten horen. In het werk van de Engelse Matt Stokes (Penzance, 1973) komen performance, muziek en sociaal engagement op een interessante manier samen. Zijn videowerk focust vooral op de sociale en visuele codes van specifieke subculturen en lokale gemeenschappen. Zo maakte hij werk over de hardcore punk in Austin, Texas, en de Northern Soul-beweging in Dundee. In plaats van de documentaire vorm, kiest Stokes voor een subjectievere benadering: hij laat zich vooral leiden door de verbroederende aspecten van de gedeelde muziekervaring.
Er zijn ook kunstenaars die de muziek gebruiken als middel om een specifieke subcultuur te duiden, om vervolgens hun eigen plek daarbinnen te ridiculiseren. Neem Lariam (2001), een paar minuten durende film van Erik van Lieshout die hij toont in een gefabriceerde hut van aan elkaar geplakte dozen: een medicijnverpakking op pop-artformaat. Van Lieshout doet een poging om een gortdroge zin uit de bijsluiter van het malariamiddel Lariam te rappen tijdens zijn bezoek aan Ghana. Bijgestaan door lokale zwarte muzikanten en een paar brullende kinderen zet hij de verpersoonlijking neer van de white nigga die zich onder de zwarten begeeft, als een soort ode aan de hiphop cultuur, die Van Lieshout misschien wel nooit helemaal zal kunnen doorgronden.
Vaak zijn kunstenaars die iets met muziek doen ook werkzaam als dj in de undergroundscene, waar natuurlijk veelvuldig wordt geëxperimenteerd met nieuwe muziek en kunst. Ook de Nederlandse Natalie Bruys begeeft zich regelmatig als dj in het nachtleven. Bruys noemt zichzelf een geluidskunstcurator en maakt in dat kader onder andere muziek, radio, performances, geluidsinstallaties, animaties, video’s, platen en cd’s. ‘Hoe zou geluid eruit zien?’ is de vraag die aan de basis ligt van al haar werk. Voor Bruys hebben geluid en muziek een meer poëtische functie. Haar soundtrack Are you on auto-repeat? uit 2003 bestaat bijvoorbeeld uit analoge synthesizer- en elektronische computergeluiden en akoestische instrumenten. In het verhaal dat Bruys vertelt staan herinneringen, ervaringen, dromen en feiten rondom haar eerste auto centraal. In de compositie zijn de geluiden van haar zilvergrijze Subaru, zoals de motor, claxon, ruitenwissers en dichtslaande portieren te horen.
Eigenlijk is de vraag wanneer iets kunst is en wanneer muziek dus steeds lastiger te beantwoorden. Je zou kunnen stellen dat muziek andere functies heeft als het voor kunst wordt ingezet (waarvan het eindproduct niet meer eenduidig is, maar meerdere lagen bevat). Kunstenaars gebruiken muziek onder andere voor onderzoek (Philipsz), engagement (Stokes), duiding (Van Lieshout), maar ook voor experiment (Bruys). Opvallend is dat de klanken dan meestal niet veel meer met esthetiek te maken hebben, wat bij muziek in zekere zin meestal wel het geval is. Uiteindelijk putten kunstenaars veel vaker uit muziek, dan dat muzikanten de kunst benutten. Van Doesburg schreef het al lang geleden: muziek is in uitdrukkingswijze de kunst verre vooruit. Misschien is dat nog steeds wel zo.
Meer informatie over ‘Social Sound’ vind je hier.