Het is een boeiend thema, dat het Impakt Festival dit jaar heeft gekozen: ‘No More Westerns’. Het Westen is niet langer de belangrijkste mal voor het wereldbeeld, en de Western als mythisch verhaal over de geboortejaren van een grootmacht moet plaatsmaken voor andere vertelvormen, symbolen, en verhalen uit andere culturen.
De opkomst va n nieuwe sterke economieën als die van de BRIC-landen betekent dat in het westen als vanzelf meer uit die culturen te zien is. De toenemend belangrijke rol van die economieën kan mogelijk ook het zelfbewustzijn versterken en de waardering voor de eigen cultuur stimuleren, waardoor de invloed van westerse beelden en verhalen vermindert. En uiteraard is via de huidige digitale media de uitwisseling van diverse beelden en verhalen een stuk eenvoudiger geworden: voor ‘daar’ om het te tonen aan de wereld, voor ‘hier’ om er kennis van te nemen. Die tanende dominantie van de westerse cultuur betekent mijns inziens niet per se een omkering van rollen.
Het is niet zo dat in Duitsland straks Chinees gesproken wordt – zoals in een aardig filmpje waarin een Duitse vrouw tegen een standbeeld van Marx foetert: zie je nu wat het gevolg van jouw ideologie is? En het is ook niet waarschijnlijk dat de wereld straks alleen maar de samba danst of Bollywood-films ziet. In plaats van een andere balans bij de bestaande mondiale tegenstellingen, zou er sprake kunnen zijn van nieuwe, hybride vormen waarin de symbolen, mythes, popelementen en tradities van diverse culturen vermengd raken.
Lol
In hun openingspresentatie van het festival toonden de curatoren Samantha Culp en Cher Potter een teken aan de wand van de tanende westerse invloed: een nieuwsitem over de Chinees-Afrikaanse topontmoeting die onlangs startte. Maar wat valt daarbij op? Alle Chinese en Afrikaanse vertegenwoordigers dragen een (driedelig) pak, wat ik ervaar als een typisch westers uniform voor macht en ambitie. Of is dit al een voorbeeld van vermenging van culturen?
De openingspresentatie gaf gewoontegetrouw een dwarsdoorsnede van wat er in het festival te zien, te beluisteren en te bespreken is. En zoals gezegd: het thema van 2012 is boeiend, actueel en roept heel wat vragen op waarover het spannend piekeren is. Wat Culp en Potter als voorbeelden gaven, overtuigde echter nog niet erg. De science fiction uit Zimbabwe die zij bijvoorbeeld toonden, waren nauwelijks een mix van culturen. Het filmfragment komt vooral vreemd en knullig op ons over, maar bepaalde vertelstructuur of gebeurtenissen worden in die cultuur als volkomen reëel ervaren.
De collage van interpretaties van de video en song ‘Gangnam Style’, op zich al een bizarre cultuurmix, liet zien hoe een product uit een bepaalde cultuur eindeloos kan worden aangepast, bijgesteld, uitgebreid en gemixt met andere elementen. Van Afrikaanse dans en instrumenten tot studentenlol van ‘British lads’ van Eton. Ook het concert waarmee Filastine de woensdagavond afsloot, was weinig overtuigend. De beats-gedreven muziek was eigenlijk gewoon saai. De cello was nauwelijks te horen, het winkelwagentje op het podium had geen andere functie dan een alternatieve standaard voor de digitale drumpads en het gebruik van een megafoon bij de zang van Nova heb ik ooit beter en functioneler horen doen door Art Zaaijer van De Div. Teleurstellend, nadat de Spaans/Amerikaanse Grey Filastine de verwachtingen had opgeschroeft middels zijn optreden bij VJ op de Dom in Utrecht, een maand geleden.
Menseneters
Dat er wel degelijk interessante dingen te zeggen zijn over cultuurmix, bleek gisteravond bij het programma ‘Cannibilizing Cannibal Myth (2)’ van Joris Lindhout en Maaike Gouwenberg. Zij hebben zich verdiept in de Braziliaanse cultuur – vooral de Brazilian goth en mythes – en de vorming van de Braziliaanse identiteit. Wat zij duidelijk maakten, aan de hand van citaten uit boeken, filmfragmenten en foto’s, is dat Brazilië een cultuur is waarin het mixen (bijna letterlijk) in het bloed zit, terwijl de uitkomst veelal direct herkenbaar is als Braziliaans. Gouwenberg legde uit hoe dat historisch zo gekomen is.
Nadat Brazilië het Portugese juk had afgeworpen (1822), rees de vraag wat nu eigenlijk de Braziliaanse identiteit was. Zoals elke cultuur had ook de Braziliaanse een mythisch verhaal nodig over zijn herkomst, zijn geboorte. De eerste Braziliaan kon geen blanke zijn, want de kolonisten waren nog maar net het land uitgeschopt. Het verhaal van ‘de eerste Braziliaan’ werd vormgegeven in romans, waarin overigens de invloed van Europese (gothic) romans herkenbaar is en soms het Christendom een grote rol speelt. Meest vormend bleek het boek ‘O Guarani’ (1857) van José de Alencar, waarin de liefde tussen de Portugese jongevrouw Ceci en de indiaan Peri voor de vermenging van culturen staat. De typisch Braziliaanse setting wordt benadrukt door het constante benoemen van inheemse planten en dieren.
Een ander belangrijk element bij de vorming van de eigen identiteit is dat Brazilianen de mythes over hun land zoals anderen die beschrijven zijn gaan gebruiken. De Duitser Hans Staden schreef (in de zestiende eeuw) een boek over de periode dat hij gevangen zat bij een stam menseneters, waaraan hij uiteindelijk wist te ontkomen. Hij beschreef nauwkeurig hun gewoonten en rituelen. Mario de Andrade beschrijft in zijn roman ‘Macunaíma’ uit de jaren 1920 kannibalisme (antropofagia) als metafoor voor het vermengen van culturen. De hoofdpersoon wisselt overigens regelmatig van identiteit, zoals het boek regelmatig wisslet van taal. Het Braziliaans Modernisme, dat duidelijk naar de modernistische kunststromingen in Europa had gekeken, leverde in diezelfde periode het ‘Manifesto Antropofagio’ af. Kannibalisme is misschien het sterkste symbool voor Brazilië geworden. Men eet (elkaar), neemt de ander in zich op, herkauwt diens persoon/cultuur en spuugt iets nieuws uit. Wat dat oplevert zijn bijvoorbeeld kunst- en muziekstijlen als Tropicalismo en Baile Funk.
Mojica
Lindhout ging nog uitgebreid in op een ander interessant voorbeeld: Zé do Caixão (Coffin Joe), een personage van cultfilmmaker en acteur José Mojica Marins. Het personage heeft Mojica gestijld naar de Britse horrofiguren als Jekyll & Hyde, maar ook een comic-personage als Mandrake, compleet met cape en hoge hoed. De filmstijl en -aankleding zijn weer geïnspireerd op het vooroorlogse Hollywood. Tegelijk heeft Zé do Caixão typisch Braziliaanse facetten, die hem en de films onderscheiden van de Amerikaanse en Europese voorgangers en tegenhangers: de tropische setting, het realisme, het feit dat Zé geen bovennatuurlijk wezen is, zijn bizar lange nagels (de echte van Mojica waren) en het extreme en expliciete geweld – waaronder antropofagia. Mojica en zijn personage Zé zijn culthelden in Brazilië, vertelde Lindhout, al betekent dat niet dat veel Brazilianen van de films houden of ze zelfs maar hebben gezien.
Wat deze avond duidelijk maakte: Brazilië heeft de meest extreme cultuur van mixen en remixen, haar identiteit is erop gebouwd. En dat toont aan dat een nieuwe mondiale verhouding tussen inbreng van culturele elementen zeker interessant en ook nieuwe producten kan opleveren.
Gezien: Impakt Festival: No More Westerns, 24-28 oktober 2012, Utrecht.
Meer info: impakt.nl