Hemelse koren en verdunde nostalgie (Incubate, zaterdag 15/09/2012)

Het mooie van Incubate is ook dat heel Tilburg tot een groot hotel wordt omgebouwd. Bij gebrek aan voldoende hotelkamers, behalve dan die ene met uitzicht op de snelweg, crashten de Gonzo (circus)-medewerkers in een garage of op een sofa van gastvrije onbekenden. Enigszins stram maar vol geestdrift stond de Gonzo (circus)-crew op zaterdag al vroeg op de eerste rij van de diverse Tilburgse muziekclubs.

Var
Var (foto: Maarten Timmermans)

Onze (mt) tweede dag van Incabute begon met het Deense Vår. Eén van de leden is Elias Bender Rønnenfelt, ook frontman van het stevig gehypte Iceage. Maar Vår dus. Zij overtuigen met hun in de jaren 1980 gedrenkte sound vol synths, strakke drums en donkere teksten. Live staan ze er dus, iets wat nogal eens mis durft te lopen bij Iceage. De special rond Sacred Bones start dus sterk. Of dat zo blijft, leest u verderop.

Ziekelijk saai

Girlseeker
Girlseeker (foto: Maarten Timmermans)

De Deense scene wordt ook vertegenwoordigd door het synthtrio Girlseeker. Het belangrijkste dat daarover te melden valt, is de outfit van één van de leden. Een idioot shirt dat wordt gedragen in een glimmende trainingsbroek, met daaronder spuuglelijke sneakers. De muziek daarentegen is te flauw om te blijven hangen. (mt)
Lust For Youth, een jongen-meisjes duo. Een wat? Twijfel slaat toe als twee extreem jonge jongens op het podium staan. De zanger lijkt op een rebelse hangjongere, de toetsenist is zonder twijfel in zijn thuisland een posterboy. Hun geluid is allesbehalve mooi. Het duo graait in de tegenwoordig veelvuldig opgewarmde anti-kernraketten-protesten-soundtracks en voldoet volledig aan het ‘toen was er niets meer’-gevoel van het genre. Ach, noem het gerust EBM voor beginners. Maar de schreeuwende zang raakt terwijl de muziek wonden slaagt. (ks)
Oh, IceAge. Iedereen is unaniem met elkaar eens. Live is de band de moeite niet waard. En toch moet dit van het lijstje worden afgevinkt. Dertig minuten kregen ze, tijd die ze rustig opvulde met hun punksongs en ellenlange stiltes die geluidloos door het publiek werden opgevangen. Een stoere en arrogante blik hier, wat attitude op overschot en te weinig respect voor hun eigen kunne. Het rockte, het spuwde maar was meteen ook oervervelend en ziekelijk saai. Tja. (ks)

Hoe het wel hoort

Hoewel we (msch)op voorhand natuurlijk enthousiast waren over een aantal bekende namen, bestaat de waarde van een festival als Incubate er zeker ook uit dat je verrast wordt door iets waar je helemaal niet op had gerekend. Zoals Warm Digits, die met zijn tweeën in de Cul De Sac een rammelende krautdisco set neerzetten die vooral door gaat. Over een stuiterende sequencer mept de drummer op zijn koebellen dat het een lust is, terwijl de andere helft van het duo met plezier feedback en funkiness uit zijn gitaar tovert. Daar kan Holy Fuck nog een puntje aan zuigen.
Als er één plaat is die door een ebbenhouten platenspeler gedraaid moet worden, dan is het wel ‘A Monument’ van Tu Fawning, het jazz noir- en cabaretliefhebbend viertal opgebouwd rond Joe Haege (31 Knots) en zijn deerne Corrina Repp. Hun wereld klinkt grimmig, donker en is doorspekt van melancholie. Live smijt de band grapjes in het rond terwijl allerlei technische problemen opduiken. De set wordt ingekort net wanneer Tu Fawning adembenemend kronkelt in hun herschapen verleden. Het rockt, beklijft en smijt met vreugdewimpels in het rond. Mooi.(ks)
Het contrast tussen de twee doombands die deze avond in de Kleine Zaal stonden geprogrammeerd, toonde mooi aan hoe verraderlijk subtiel het genre in wezen is. Slomatics waren technisch gesproken een prima band, maar trapten netjes in alle clichés van het genre: voor de hand liggende riffs, overtrokken zang en overdone projecties van stukjes Jodorowsky – zo hoort het dus niét. Hoe dan wel? Vraag maar aan Conan, die met een sterk staaltje “minder is meer” songs bouwden uit twee noten (maar wàt een noten) en de perfecte soundtrack afleverden bij de barbaarse fantasy-illustraties op de achtergrond. Vooral de opener en de afsluiter namen ons mee op een onheilspellende maar uiterst fascinerende trip. (dv)

 Van oude & nieuwe bands …

incu12 the kvb
The KVB (Foto: Maarten Schermer)

Consumer Electronics is er niet voor de gezelligheid: het constante jankende gepiep drukt alle meters constant in het rood, zanger Philip Best schreeuwt, blaft en dreigt, en de nummers hebben titels als ‘Anne Frank vs Franz Kafka’. Ondanks het volume vinden we (msch)het moeilijk om echt onder de indruk te zijn; het meest idiote is misschien nog dat een tiental meters verderop Yann Tiersen zijn degelijke breedbeeld-rock ten gehore brengt. “This next song is a love song. It is called ‘Fuck You’,” vertelt hij de volle zaal, die beleefd lacht en applaudisseert. Twee deuren en een gang verderop commandeert de corpulente Best ons krijsend “Everyone! Everywhere! Fuck!”. Verdwaalde Tiersen-fans denken er het hunne van.
The KVB combineert elementen van de tegenwoordig o zo populaire donkere hoek van de post-punk met de stijl van The Jesus & Mary Chain: mineur stemming, stoïcijnse blikken en lange zwart lokken. Als er een rookmachine in café De Plaats had gestaan, hadden we (msch) ongetwijfeld in een dikke mist staan luisteren. Het duo speelt sombere liedjes voor fuzz-gitaar en synth, voortgedreven door een drummachine en een liefde voor Suicide en Joy Division. Dat hoorden we wel eerder – 25 jaar geleden al – maar dat betekent niet dat we er opeen genoeg van hebben, en The KVB doet het uitstekend.

Hemelse koren

Op goed geluk bezochten we (dv) de Sint-Pauluskerk voor Dead Rat Orchestra, en het duurde welgeteld een halve minuut om in de ban te raken: de heren (rasechte folkies, met dikke baarden en op blote voeten- take that geitewollensokkers!) vertolkten twee versies van een Engelse traditional, rats door elkaar. Elke daaropvolgende song bracht weer een nieuwe verrassing: stokoude instrumenten die op een aparte manier werden aangewend, een violist die door de kerk op wandel ging, of een dronkemanslied dat met passend euforische kreten werd aangeheven. Tegelijk wist Dead Rat Orchestra door te dringen tot een pure essentie van hun cultureel erfgoed, waardoor de link met zowel Ierse folk als de doorwerking in de Amerikaanse (Appalachen-) volksmuziek mooi aan de oppervlakte kwam. Een optreden dat enkel smaakte naar meer.
Mehdi Amaziane speelde vorig jaar met Natural Snow Buildings ook al een mooie set in de Pauluskerk. Dit keer kwam hij als Twinsistermoon. Amaziane is al halfweg zijn set als we (sb) de kerk binnenstuiken, maar we horen nog een paar mooie tracks – voorzichtige drones en ingehouden folkliedjes. Vooral Amaziane’s bijzonder androgyne stem doet ons af en toe zachtjes naar adem happen. Jammer wel dat we nogal achteraan in de kerk hebben moeten zitten, want Amaziane speelt erg stil en we hebben het gevoel dat dit een concertje was waar op de eerste rij nog veel meer genot aan te beleven viel.
We (sb) blijven een beetje rondhangen in de Pauluskerk om Cian Nugent aan het werk te zien. De Ierse fingerpicker kampt aanvankelijk met technische problemen – tijdens de eerste song blijkt zijn versterker radiosignalen op te pikken. Het belet de man niet een mooie, bedachtzame set weg te geven. Nugent mag dan bij het rijtje John Fahey – Robbie Basho – Glenn Jones – Jack Rose aansluiten, hij voegt er wel degelijk wat van zichzelf aan toe. Eigenlijk haalt hij er net heel wat uit. Nugents stijl is uitgepuurd en bedachtzaam – en meer dan veel van zijn door raga’s en hillbilly-americana geïnspireerde collega’s heeft Nugent aandacht voor ruimte en leegte in zijn composities. De akoestiek van de Pauluskerk deed de rest. Mooi concert.

Protest

Tiago Sousa was ons (sb) speciaal getipt door een wakkere lezer. Een week geleden speelde de man nog een set op een gammele, niet erg toonvaste buffetpiano in het ruim van een Antwerpse woonboot. Vandaag had de man in de Paradox een vleugelpiano ter beschikking. Op plaat wil Sousa nog wel eens richting drones en etnische percussie afdwalen, maar in Paradox houdt hij het bij mooi meanderende solo pianostukken. Meanderend, maar niet vrijblijvend, zo blijkt wanneer Sousa tussen twee nummers door aandacht vraagt voor de sociale protesten die momenteel in Portugal woeden. Ook wijdt hij nog even uit over de invloed van Henry David Thoreau op zijn recente ‘At Walden Pond’s Monk’.
Protesteren deed ook de dame van Maria & The Mirrors, maar niet echt voor de goede zaak. Voor en na elk nummer stond ze hysterisch te krijsen tegen de geluidsman dat ze haar collega’s niet kon horen in de monitor. De arme man draaide daarop het volume van de monitor helemaal open zodat Paradox in een minutenlange, onbedoelde feedback werd gedompeld. Jammer, want de ’tribal noise rock’ van Maria & The Mirrors had goed kunnen zijn voor een feestje. De twee vrouwen – gehuld in glamoureuze, allesbehalve hipster jaren 1980-kleding – krijsen met hoge stemmen hun teksten over het helse kabaal van hun getrommel en de noisy elektronica van het enige mannelijke bandlid. Hopelijk binnenkort weer eens te zien in betere omstandigheden. (rt)

Verdunde nostalgie

Matt Elliot
Matt Elliot

Matt Elliot in de grote zaal van de 013? We (mv) hadden de mistroostige troubadour liever in een intiemere setting gezien, maar ook in de zee van ruimte wist de Brit zijn toeschouwers te raken met liederen vol melancholie, verdriet en schoonheid. Het lijkt of hij Spaans of Slavisch bloed door de aderen heeft stromen, want zijn invloeden komen uit vele windstreken. En dan zijn er nog de lagen, canons en noisy climaxen, dankzij het looppedaal gekoppeld aan microfoon en gitaar. Een schitterend optreden, naar Matt kunnen we eeuwig blijven luisteren, ook in grote zalen.
Eenmansnoiseformatie Con-Dom aka Control-Domination is al een kleine dertig jaar actief en blèrt ook vanavond de longen plichtmatig aan flarden over tapeloops die hij waarschijnlijk in 1983 ook gebruikte. Visuals van kapotgeslagen billen begeleiden het inferno dat wellicht in de hoogtijdagen van de powernoise zijn effecten had, maar zich in de tegenwoordige tijd laat zien als een fletse vertoning zonder kracht of enig shockeffect. Helaas voor hem kon ook de zweep over de gestriemde rug ons niet het gevoel geven, waar hij zichtbaar wel last van had.(mv)
Echt hoge verwachtingen koesterden we (sb) niet, toen we naar Damo Suzuki’s Networkafzakten. ’s Mans werk met Can heeft een heel exclusief plaatsje in ons hart, maar we zijn geen kenners van zijn solowerk en over recente liveconcerten waren ons heel gemengde berichten toegewaaid. Damo Suzuki’s Network telt naar verluidt ondertussen meer dan vierduizend bandleden. Daar werden er op vrijdag, zaterdag en zondag nog eens kleine veertig aan toegevoegd. Vanavond treden onder andere Greg Haines en Cian Nugent aan in Suzuki’s band, voor morgen staan Carla Bozulich, John Bohannon (Ancient Ocean) en David Aird (Black To Comm) op de loonlijst. Maar Incubate is altijd een beetje kiezen en wij zijn weer nét op tijd om de laatste track mee te maken. Gelukkig duurt die ruim twintig minuten: een verrassend strakke groove, die ons zin geeft om op zondag nog eens binnen te wippen.

Wegdromen

Het was alweer een paar jaar geleden dat we (sb) MV&EE With The Golden Road nog eens aan het werk zagen. We hadden ons dus voorbereid op een licht-psychedelisch akoestische set, maar wanneer we – een paar nummers in de set – binnentuimelen in het Duvelhok, blijken Matt Valentine en Erika Elder zich als MV&EE With The Home Comfort Sound System te hebben getransformeerd tot een elektrisch-psychedelische machine. De songs van ‘Space Homestead’ verworden tot uitgesponnen, moddervette jams. Of Valentine en Elder zich nu bedienen van twee elektrische gitaren (waarvan één mini-Flyingbird), of van lapsteel en banjo (die overigens eerder klonk als een tienkoppig sitarensemble dan als een redneck-attribuut) – het resultaat is telkens een geestesverruimende brij waar de geest van Crazy Horse-op-peyote doorheen spookt. Speciale vermelding ook voor de visuals – twee lichtmannen gaan aan de slag met ouderwetse overheadprojectoren en reduceren Valentine en Elder tot schaduwen in een psychedelisch lichtspel. Groovy!
Op naar Kaffee Het Buitenbeentje – Duvel en Gueuze Boon aan on-hollandse prijzen! – waar onze (sb) Antwerpse gouwgenoten van Hare Akedod ten dans spelen. Hare Akedod is ook een tapelabel en bracht onlangs een tape uit die leest als een who’s who van de Antwerps-Gentse drone/noise/folk-scene. De set die het duo – David Edren van Scheld’apen en Bent Von Bent – aan het luidruchtige Buitenbeentje-publiek serveerde lag helemaal in die lijn. Edren ontlokte drones aan zijn microKorg en elektrische gitaar en Von Bent voegde daar allerlei ‘akoestische’ geluiden – fluit, stem, ukulele, effecten, … – aan toe. Hypnotizerend spul… Een paar meter verderop zien we een Gonzo (circus)-collega flirten met verschillende fases van een verdiende slaap, wijzelf wentelen ons in de drone.

Kloof

incu12 mgla
Mgla (Foto: Maarten Schermer)

En toen hadden we (ks) beter moeten weten. Terwijl vijftien jaar geleden Mogwai een persoonlijke God was, zijn ze nu een herkauwende hitmachine – ja ook Mogwai heeft hits geschreven – die hun grip op het publiek verloren hebben en enkel met mokerslagende riffs een concert vullen. Tot ‘Mogwai Fear Satan’ in de setlist opduikt. Een klein aha-erlebnis later is het met tranen in ogen afscheid nemen van een band doe ooit groots was. Maar misschien zijn het geheugen en de goede herinneringen spelbrekers. Mogwai pakt niet meer.
In metal- en hardcorehonk Little Devil treffen we (msch) dan weer Mgła, melodieuze Poolse black metal. Alle vier leden dragen een zwarte sluier die hun gezicht volledig bedekt – weer eens wat anders dan de reguliere black metal corpse paint. Een gimmick misschien, maar het onpersoonlijke effect dat het geeft draagt zeker bij aan de grimmigheid van het optreden. Ook is de zang lager dan de meeste ‘vokills’, en mist daarmee het belachelijke dat sommige black metal in al zijn extremisme onvermijdelijk in zich draagt. De band staat als een huis, en hoewel de zanger zich later afvraagt of de zaal het wel wat vond (schijnbaar eindigen optredens in Polen normaliter met een hoop gespleten wenkbrauwen), vinden wij Mgła het hoogtepunt van onze dag.

Ontlading

Iedereen was hem vergeten. Alsof nog iemand weet welke releases Border Community de voorbije vier jaar heeft uitgebracht. Zes jaar na zijn indrukwekkende debuut, verbaasde Nathan Fake met ‘Steam Days’. Maar hij had de pech die in dezelfde week als Four Tets’ verzamelaar uit te brengen. Op Incubate echter bewees hij dat hij niet vergeten mag worden. Hij zette vanaf de eerste toon de dansers op een dwaalspoor. Het bracht hen uit hun roes maar toverde een glimlach op dit gezicht. De singles snelden voorbij en na drie kwartier leek de set even het spoor bijster. In allerijl werden er nog vijftien minuten muziek gezocht. Niemand die het zag. De ritmes van Nathan Fake dwarrelden als hemelse roesmiddelen in de zaal. Nathan Fake speelt niet langer elektronica om louter bij weg te dromen. (ks)
Even na twaalven kregen we een klein dipje, en het was een foute keuze om bij Jan Jelinek de opkikker te gaan zoeken. Het publiek stond wat verveeld in’t rond te kijken terwijl Jelinek geconcentreerd over zijn knopjes stond gebogen om wat belegen repetitieve loops te moduleren. Voor ons hoeft lang niet alle elektronica opzwepend en dansbaar te zijn, maar deze behangmuziek viel gewoon tussen twee stoelen: te beredeneerd om echt bezwerend te zijn, en te veilig om helemaal op loos te gaan. We gingen daar maar wat rondhangen bij Nathan Fake, totdat het tijd was voor Moodymann. En verrek als Kenny Dixon Jr. ons geen tweede adem voor de nacht gaf! Hij weigerde resoluut te gaan voor enige voorspelbaarheid, en dus kaatste zijn set op een prettig gestoorde manier tussen disco, soul, synthfunk, house, techno, hiphop en vooral: de spannende schemerzones waar al die genres tegen elkaar opschurken. Moet het nog gezegd: de ontlading in de zaal was compleet, niks dan lachende gezichten en hossend volk zover het oog reikte. Eén kleine opmerking echter: heren van Incubate, zorgen jullie volgend jaar ook nog voor een passend after-feestje tot het ochtendgloren? (dv)

Gezien: Incubate, 15 september 2012, diverse locaties in Tilburg.

Gonzo (circus)-crew: Stijn Buyst, Dimitri Vossen, Maarten Schermer, Katrien Schuermans, Maarten Timmermans, Ruth Timmermans en Martijn Venekatte.

tekst:
Gonzo (circus) Crew
beeld:
Girlseeker
geplaatst:
vr 21 sep 2012

Nog meer nieuws krijgen over muziek en kunst?

Schrijf je in op de Gonzo (circus)-nieuwsbrief!