Twee volle festivaldagen zijn reeds achter de rug. Onvoldoende om een festival te beoordelen als geheel uiteraard, maar wel een overzicht van de hoogtepunten en teleurstellingen mee te geven.
Het IFFR is echter altijd ook meer dan film alleen, en in die zin zeker een festival naar ons hart. Dit jaar wordt de rondrennende bezoeker uitgenodigd om even tot rust te komen en de omgeving van Lantaren/Venster te verkennen. Het oude havengebied rond de Kop van Zuid dat in 2001 het rauwe decor van Rotterdam Culturele Hoofdstad vormde, is intussen opgeschoond. In de plint van die oude pakhuizen en nieuwe woontorens hebben zich het afgelopen decennium heel wat culturele instellingen genesteld zoals het Nederlands Fotomuseum, Luxor en dus Filmhuis Lantaren/Venster. Het gebied blijft evenwel erg hybride en daardoor ook de moeite waard om in rond te wandelen. Maar dat doe je dus normaal niet. Aan de hand van een citysoundwalk van onder andere Francisco Lopez en Lee Patterson – huur een hoofdtelefoon en bijhorende ipod aan de balie van Lantaren/Venster – wordt het echter een heel bijzondere belevenis. Wij kozen voor de citysoundwalk van Katerina Zdjelar en Mazier Afrassiabi. Dit duo vermengt geluiden van water, wind en industriële klanken met de stemmen van mensen die vertellen over vreselijke (natuur-)rampen die zij hebben meegemaakt en overleefd. Wandelend, tegen de wind in over de Kop van Zuid, ervaar je niet alleen de dramatische pracht van Rotterdam tijdens een zonnige winter, maar juist ook het gevaar dat de natuur over de mensen kan uitstorten. En dat altijd dichtbij is, ook in Nederland.
Hoogtepunten
In ‘L’Anabase’ weeft de Franse filmmaker Eric Baudelaire twee verhalen in elkaar: dat van de Japanse filmmaker Adashi Masao en van May en haar moeder Fusako Shigenobu. Die laatste was de oprichtster van het Japanse Rode Leger, een extreem-linkse beweging die door middel van onder andere kapingen, aanslagen en gijzelingen de proletarische revolutie trachtte te bewerkstelligen. De leden van de beweging kregen hun opleiding – net als andere ‘bevrijdings’-legers – van de PLO. Fusako Shigenobu bracht de jaren 1970 door in het Midden-Oosten en in Europa waar ze haar opleiding als ’terrorist’ kreeg en ook de strijd voerde, onder andere door een bezetting van de Franse ambassade in Den Haag in 1974. May Shigenobu groeide op in Libanon en ging zelfs daar naar de universiteit, en in de voice-over bij de prachtige oude beelden van Libanon schetst ze een beeld van een moeilijk maar toch gelukkige jeugd. En hoe ze zich probeerde aan te passen door er meer en meer Arabisch te gaan uitzien, terwijl ze nog steeds nationaliteitsloos is. Dat verandert als haar moeder in 2000 wordt opgepakt en ze naar Japan moet gaan. Uit de beelden en het verhaal wordt duidelijk dat het zich thuis voelen een weerkerend gegeven is geweest in het leven van deze jonge vrouw die met haar moeder voortdurend op de vlucht was. Adachi Masao – die al bekend was als filmmaker in Japan – gaat in de jaren 1970 ook naar Libanon en filmt daar onder andere de strijd van de PLO. Uiteindelijk wordt hij uitgezet naar Japan en krijgt hij nooit meer een uitreisvisum. Terwijl May vast zit in Libanon, zit Adachi Masao vast in Japan. De film gaat niet in op de ideologie van het Japanse Rode Leger, maar wel op de gevoelens van twee mensen die in deze strijd verzeild raakten en daar op een andere manier tegen aankeken. De stroom beelden (super-8, tv-beelden) maakt dit ook invoelbaar.
Ook een beeldenvloed in ‘Helsinki, Forever’ van filmmaker in focus Peter von Bagh. Von Bagh maakte enkele jaren geleden een ode aan zijn stad met bestaande filmbeelden uit de voorbije honderd jaar. Hij onderzoekt in deze film het wezen van de stad, op een manier die soms ook doet denken aan Walter Ruttmans Berlijn in ‘Die Sinfonie der Grossstadt’ (1927). Ook hekelt hij de grootschalige woningbouw’verniewings’projecten die Helsinki in de loop der jaren hebben verminkt. Wie de afzichtelijke Kamppi-shoppingmall op het plein bij het station wel eens heeft betreden, kan dat alleen maar beamen. En hij laat ook de lelijke kant van de Finse politieke geschiedenis zien. Hij omschrijft dit zeer treffend: “voor elk vrolijk kleurenbeeld van bijvoorbeeld het centrale marktplein is er een schaduwbeeld in zwart-wit dat een minder fraaie kant van de stad laat zien.” Von Bagh laat dat spiegelbeeld mooi zien. We zijn benieuwd naar zijn andere films.
Een beetje ongerust gingen we naar ‘The Invader’ van de Belgische videokunstenaar Nicholas Provost. Videokunstenaars die zich aan lange narratieve films wagen; het is meestal erg tenenkrommend, zie Pipilotti Rists ‘Pepperminta’ die vorig jaar te zien was op het IFFR. Maar met ‘The Invader’ blijft Provost trouw aan zijn eigen stijl. Een beetje absurd, met mooie experimentele shots die wonderwel bij de film passen, een sfeer weergeven waarin wanhoop, beklemming en ontlading samenkomen; en juist daardoor het mainstream publiek meetrekken in de film in plaats van naar buiten te jagen. Dat in tegenstelling tot de …
Teleurstellingen
De openingsfilm ‘38 Témoins’ van de Belg Lucas Belvaux was helaas geen hoogvlieger. Jammer dus om het filmfestival weer te moeten beginnen met een zo-zo film. De film wil maar geen thriller worden en ook het beloofde ijzersterke psychologisch drama komt er niet van. Het gegeven – meisje wordt gruwelijk vermoord maar de buren grijpen niet in en verklaren aan de politie niets gezien en niets gehoord te hebben – kan nochtans het uitgangspunt vormen voor interessante psychologische of filosofische beschouwingen. De dialogen zwalkten daarvoor echter te veel tussen banaal en Franse bla-bla-bla. Een gemiste kans, zoals dat heet.
Ook heel erg benieuwd waren we naar ‘Low Definition Control – Malfunctions #0’ van regisseur Michael Palm. De film is erg goed gemaakt – gruizige beelden van bewakingscamera’s, een heldere structuur, een bijpassende soundtrack – maar leert ons helaas niet veel nieuws over de stand van de ‘Cultuur van Controle’ waarover onze medewerker Marc Schuilenburg vijf jaar geleden een zesdelige reeks schreef in Gonzo (circus). Dat politici het gevaar van terrorisme hebben opgeblazen om draconische maatregelen door te duwen, dat foetussen al gescreend kunnen worden op potentieel asociaal gedrag en dat we allemaal verdachten in plaats van burgers zijn geworden… heel verrassende en nieuwe inzichten krijgen we niet in deze documentaire, die eerder thuishoort in VPRO’s Tegenlicht of een lange Panorama-uitzending zou kunnen zijn.
Ten slotte, ‘Kill List’ van de Engelsman Ben Wheatley, die eerder al indruk maakte met zijn debuut ‘Down Terrace’. Een overvolle zaal zat gespannen te kijken naar het verhaal over twee Afghanistan-veteranen die een centje bijverdienen als huurmoordenaar. Een beetje lastig te volgen zonder ondertitels maar de droge humor is overduidelijk aanwezig. En dan gaat het gruwelijk mis al bij de eerste moord … niet omdat ze het klunzig deden, maar omdat in onze rij plotseling twee mensen tegelijkertijd flauwvielen. ‘Fin’ voor vandaag. Wij trokken nog naar Worm voor de eerste WORMyWOOD (zie deel 3) om bij te komen van het schrikken.