Net voor de val van het oude jaar maakte een bizarre verkoudheid zich meester van ondergetekende. Het hoesten, de verstopte neus en keelpijn was niet echt ondraaglijk. Maar het weemoedige van droefenis doorspekte gevoel dat gepaard ging met de helse hoofdpijnen was een lastige noot te kraken. Alsof alles perfect getimed was, werd niet alleen de buitenwereld somber en verdrietig, maar kondigde ook de Rotterdamse band Luik zijn debuut ‘Owls’ aan.
Ook al is het even behelpen met een streaminglink, het lastige nevenverschijnsel wentelde zich comfortabel in de spaarse slowcore van Luik en pamperde het lege gevoel. Luik doet qua geluid meteen denken aan de uitgepuurde traagheid van Codeine, de stem van spilfiguur Lukas Dikker roept herinneringen op aan Geoff Farina (Karate). Goed gezelschap waar de band zich dan ook uitermate bij thuis voelt.
Echt vernieuwend kan je hun sound niet noemen. Of opwindend. Integendeel, Luik kan je afdoen als redelijk saai, vervelend en ‘perfect voer voor tienerliefdesverdriet’. Als je oppervlakkig luistert. Maar zodra je je wentelt in hun songs, in hun wereld van bescheiden blues, ontdek je een van de mooiere Nederlandse undergroundacts.
Het is dan ook met enige trots dat Incubate Luik van een plaatsje voorzag als support voor de Schotse bard Malcolm Middelton. Een week voor de release van ‘Owls’ lijkt het broodje gebakken voor de jonge Rotterdammers die eerder al dingen probeerden met Eklin, Bebe Fang en Bonne Aparte. In het echt, op een podium, is de band zo ver nog niet. De hechtheid van de songs dwarrelt een beetje verloren op het voor hen te grote podium van Paradox. De mini-drumkit en de strakke bas houden de songstructuren in bedwang, maar weten geen blijf met hun kunnen wanneer een outro te uitgebreid wordt uitgepuurd en gefriemeld. Alsof elk bandlid van Luik alleen nog maar zijn eigen melodielijn kent, niet weet wat Lukas van plan is, en dan doelloos rondtuurt op zoek naar opvang. Zodra de band weet hoe zij elkaar moeten op- een aanvullen zullen zij één van de mooiere liveacts van de Lage Landen kunnen worden.
Malcolm Middleton daarentegen heeft al muzikale spannendere tijden beleefd als gitarist bij Arab Strap. Ook dit Schots duo wist met verdriet en pech in de liefde een indrukwekkende discografie bijeen te schrijven die door hun soloprojecten nadien onderdrukt worden. Aidan Moffat en Malcolm Middleton zijn het typische voorbeeld van ‘som der delen’. Apart lijkt niemand van hen er echt muzikaal gedurfd uit te springen.
Aidan moppelt over zijn vele seksuele verzetjes, Malcolm gaat als een troubadour met zijn liefdesverleden om. Een pijnlijk verleden waar hij vorig jaar met zijn huwelijk een einde aan breidde. Waarbij hij ook openlijk toegeeft dat hij enkel oude songs zal spelen want ‘sinds ik getrouwd ben ik gelukkig en kan ik geen liedjes meer schrijven’. Dit soort humoristische kwinkslagen voert Malcolm na elk nummer opnieuw op. Leuk in het begin, maar wanneer hij zijn grappen begint te mompelen, verdwijnt ook de glimlach bij het grote publiek. Net zoals de zin om naar zijn akoestische songs te luisteren. Leuk voor even, maar al snel treed verveling op. De eerder zo stille zaal verliest zijn aandacht. Het babbelen weerklinkt luider dan Malcolms’ gitaar, iets wat hem ook opvalt. Maar in al zijn schuchterheid blijft hij gewoon verder zijn ding doen, beetje mompelen, liedje zingen en alles aankondigen als ’this is my last song’. Net wanneer hij besluit er toch nog veel meer te zingen, valt op hoe leeg Paradox gelopen is en beweegt ook ondergetekende zich naar de deur.
De kleine groep fans beleefden een topavond. Al de rest onthoudt enkel Luik als naam voor 2012.
Foto’s: Tjeerd Van Eerve