Tienerjongens zijn toch zo makkelijk. Wanneer Nicole Estill van True Widow het podium opstapt, gekleed in een strakke zwarte jeans, hoge bruine laarzen en een met een jeansjasje verborgen topje, zucht één van hen ‘Ik ben verliefd’. Enigszins begrijpbaar. Vrouwelijke bassisten hebben dikwijls een ontembare seksuele uitstraling, denk maar aan Kim Gordon (Sonic Youth) of Kristien Hendrix (Reiziger). Even houd je jezelf bezig met het tellen van het aantal tattoo’s op haar bovenarmen, tot je de zanger/gitarist Dan Phillips in’t oog krijgt en nog net de letters Jeff op zijn hand ziet staan. De rest is allemaal bedekt door zijn overhemd. Het podium lijkt wel bevolkt met enkele personages uit het Discovery-programma ‘L.A. Ink’, ware het niet dat True Widow afkomstig is uit Texas. ‘We’re a long way from home, and it feels fine’. Je kan al bijna niet meer op twee handen het aantal concerten van True Widow de voorbije weken in de Lage Landen tellen, dus echt een grote opkomst verwacht je niet. Trix blijkbaar ook niet. De band wordt weggestopt in het bargedeelte, maar laat die kleine, knusse gezelligheid net de band super ten goede komen.
Eerst doet de Belgische supportact Papermouth je weer maar eens verlangen naar een reünie van Quetzal. Het is, volgens ons geheugen, allemaal Jorg zijn schuld. Hij verliet ooit de band om op wereldreis te gaan. Een In Kata later lijkt hij muzikaal op drift. Met enkele ex-Monza-leden creëert hij nu iets dat nauw gelinkt is aan grote jaren ’70-rock, doorspekt met een tikkeltje Americana. Volgens de Antwerpse legende Boots zouden zij ‘de beste Belgische plaat van de afgelopen vijf jaar gemaakt hebben’. Feit is, live staat de band stevig. Je merkt dat het geen debutanten meer zijn en dat ze best weten hoe een show te verkopen. Sommige songs rocken stevig, anderen waren net met iets te veel psychedelica doorspekt om echt te blijven boeien. Ach ja, voer voor de Led Zeppelin-fan, maar wij komen voor de stonegaze van True Widow, die ondergetekende, eerlijk gezegd, pas die week, dankzij ‘Duyster’ heeft leren kennen.
Wat een immens verschil in podiumopbouw. Terwijl je bij Papermouth niets meer van de vloer zag, was de spaarse opstelling bij True Widow een felle verrassing. Slechts twee microfoonstandaards en enkele verdwaalde effectpedalen. Maar het is achteraan op het podium, bij de versterkers, dat het geweld gebeurt. Ook al begeeft True Widow zich op een door slowcore-vergeven pad, de band is overrompelend luid. Dankzij de wijze raad van enkele Vlaamse mediamadammen had iedereen zijn oordopjes bij. Gelukkig maar, uren later na het concert zoefden er nog steeds afstervende haartjes in de oren rond. Eeuwige schade zomaar opgelopen bij een van de meest rustige, doch luidste rockbands van het moment. (even alle sludge-acts buiten beschouwing gelaten.)
Heftig, melodieus en traag zijn zo’n beetje de sleutelwoorden van de avond. Een roes die uren had moeten duren, tot een gitaarsnaar brak en het humoristisch gedeelte begon. Dan doopte het moment als speed bump, en dat was het spijtig ook. Half de zaal had dringend zijn nicotineshot nodig, een andere helft was al huiswaarts en de goed gevulde ruimte werd akelig leeg. En toch stond True Widow dan net klaar voor de betere helft van zijn set. Met hun broeierig plakkende sound die op je blijft kleven, ook al verdwijnen de subtiliteiten in massa’s distortie, graaide True Widow naar de gouden beker voor beste live-band. Oorverdovend luid, daverend en meeslepend, met op het einde een stukje Sonic Youth-waardige noise die even een ander licht wierp op het geluid van True Widow.
Een gerucht gaat de ronde dat True Widow in het voorjaar opnieuw een tussenstop in België zal maken. Tegen dan hebben wij, beloofd, alle songs van ‘As High As The Highest Heavens And From The Center To The Circumference Of The Earth’ van buiten geleerd.
Trix, Antwerpen, 13 oktober 2011