Terwijl ik mij ’s middags, tijdens de laatste stuiptrekkingen van FAME in de Kalverstraat, werp op tachtigerjaren discomuziek, stel ik mij de vraag welke bij STEIM in het verleden ontwikkelde klankvindingen inmiddels verwerkt zijn in dit super gladde genre. STEIM is decennia lang de kweektuin voor de elektronicapionier. Hoe ver weg van de hitmuziekcultuur ligt dit elektronisch wetenschappelijk onderzoek vandaag de dag?
De Nederlandse Nina Boas opent de avond in Frascati zittend in haar eigen digitale papieren theater. Daar creëert zij met alledaagse getekende figuren en een zelfgebouwde loopmachine een disco variété act. Stilletjes speels tekenend achter haar werktafel veranderd zij plots in een swingende Franstalige disco Queen. Het levert twee instant ‘live’ glitch videoclips op.
Na de frisse performance van Nina verschijnt de Amerikaanse bouwvakker Edison ten tonele. Hij heeft zijn beide lunchkoffertjes bij zich, want hij is voor het eerst van zijn leven de grote oceaan overgestoken. Zijn koffertjes zijn echter gevuld met musical fastfood sounds & rhythms, die door combinaties van toetsen op de deksels worden geactiveerd. Daarmee slingert hij stevige hip-hop en breakcore scores de zaal in. Bouwvakker Edison is een vakman. Hij staat midden in het gangsta rock wereldje, straalt het tegenovergestelde van de duffe elektronica laborant uit, heeft een fabuleuze timing en schuwt de bijhorende Hip-Hop showelementen niet.
De Amerikaanse Jessica Rylan vraagt door haar cultstatus en eerste Amsterdamse optreden extra aandacht. Zij is het klassieke voorbeeld van de in de marge opererende manische elektronica freak. Een hilarisch openingswoord, ‘manic patching’, irritaties, gegiechel, driftig rondlopend, een dame die aardig past in de hedendaagse emo-cultuur. En dat zijn gelijk ook haar sterkste kanten. Als een klein kind speelt ze met haar zelfgemaakte synths. Subtiele elektrostatische pulsjes, noise sound clashes en wat baby gebrabbel. Met haar onrustige en dadaïstische trekjes vertonende performance weet ze de aandacht goed vast te houden. Alsof je deel bent van een impulsief creatief proces. Jessica Rylan moet inmiddels veel ervaring hebben en dan komt het vanavond wel ietwat aanstellerig over. Anderzijds geeft Rylan zich bloot en zien we een vrouw die midden in een klankavontuur zit. En het publiek neemt ze daar volop in mee. Het is aan onze Oscar Smit deze dame eens verder aan de tand te voelen. Houd het Gonzo magazine in de gaten.
Tenslotte is het de beurt aan de Deen Alex Nowitz. Statig, stijf in het pak is Nowitz de illusionist in zijn eigen circus. Tot in de puntjes uitgedokterd en geregisseerd krijgen we door Wii controllers aangestuurde klankmanipulaties te horen. De statigheid, de manier van presenteren, het eindeloos herhalen van de zelfde spastische armbewegingen en de voorspelbare goedkope klankeffecten, tippend en langdurig ronddraaiend door de ruimte, roepen bij mij associaties op van jongleurs op de Dam of het op effectbejag gestoelde concept van een Hans Klok. Het is alleen de windmachine die ontbreekt. Natuurlijk is wat Nowitz doet knap en wordt het serieus en verzorgd gebracht, maar van enige vorm van verrassing of vervreemding is geen sprake. Er wordt niets aan de verbeelding overgelaten en dat maakt het optreden van Alex Nowitz saai.
Ieder deel van deze avond bewijst dat de afstand tussen de elektronicalaborant en de eigentijdse kitsch popmuziek vrijwel is vervaagd. Dat is deels goed, zolang zaken als verwondering en verrassing deel blijven uitmaken van nieuw te ontwikkelen elektronica instrumenten. Dan is en blijft STEIM de aangewezen plek voor innovatie.
STEIM, Amsterdam, 27 september 2011