REVIEW: Gonzo op Dour Festival 2011, dag 3 (zaterdag) + CODA (zondag)

Zaterdag was het moment dat één of andere Borinage-god besloot dat het feestgedruis op zijn domein wat te gortig begon te worden, en dan maar de hemelsluizen open zette over het dal. En even werd Dour bijna trop dûr: bij sommige podia werd ei zo na een veerdienst ingezet om het publiek aan- en af te voeren. Wat doe je dan als Gonzo-journalist? Je herdenkt de woorden van onze inspirator: “when the going gets weird, the weird turn pro”, en trekt het koddige zonnehoedje nog wat strakker over de oren, en plant een lekke sneaker in de diepste plas die je kan vinden. Aux armes!

DourFestivalLogo2011
Dour Festival

Vroeg op de middag, zo omstreeks Electric Wire Hustle, voelden we nog geen nattigheid. Integendeel, de strak uitgevoerde nu-soul van de Nieuw-Zeelanders bracht weer even een zomers sfeertje, zonder meteen te verzanden in flauwe cocktailfunk zoals later op de avond wel zou gebeuren bij The Herbalizer. Het trio multi-instrumentalisten verweefden moeiteloos licht psychedelische sampleloops met Dillabeats, wat onderhand een verzamelnaam is geworden voor die slepende ritmes die nét achter de tel vallen en daardoor eens zo hard swingen. De paar intermezzo’s waar werd overgeschakeld naar spaarse bluesrock met een traditionele drum-bas-gitaar-bezetting hadden voor ons niet gehoeven, maar toch: heel goeie band, en een mooie aanzet op wat het interessantste podium voor vandaag zou blijken (met dank aan DJ Lefto).

Ghostpoet Wall
Ghostpoet

Het was ook hier dat we even later Ghostpoet konden smaken. Voor wie de plaat wat luisterbeurten heeft gegeven, was de liveset geen revelatie. Een gitarist en drummer vulden netjes de beats uit een sequencer aan, en zanger/rapper Obaro Ejimiwe bewerkte live z’n eigen stem met wat subtiele electronica. Het geheel klonk wat berekend, maar dat is eigenlijk mierenneukerij. Een goeie en innemende vocalist die ook live overeind blijft, en een strakke liveset met elke noot op de juiste plaats- dat is wat we van Ghostpoet onthouden.
De set van Pariah was even degelijk zonder verrassing. Minder grillig dan die van Joy Orbison een dag eerder, met iets meer voor de hand liggende tracks, en netjes het hele gebied tussen house, dubby techno en dubstep afschuimen- je hoort het tegenwoordig steeds vaker. Misschien hadden we van deze artiest liever wat livewerk gehoord, want zowel de eerste EP als het debuutalbum van vorig jaar zijn wat ons betreft wat ondergewaardeerd ten voordele van (voormalig) labelmaatje James Blake die ondertussen met alle pluimen is gaan lopen. Dan wordt onze drang om iemand zich horen te bewijzen al wat groter, maar hier gebeurde dat niet. Een veilig, aangenaam rondje plaatjes draaien, meer niet.

Desondanks waren we véél te laat bij Fool’s Gold aangekomen om er nog iets zinnigs over te kunnen zeggen, buiten dit: we hebben lak aan de hele resem ersatz-afropopbandjes die tegenwoordig in heelder drommen uit de States worden aangevoerd, maar Fool’s Gold speelt afrofùnk, en dat maakt het hele verschil. We horen nog steeds de vocale harmonieën uit de neofolk (in dit geval dicht aanleunend bij Fleet Foxes) maar ook de onstuimige jungle fever die we bij Vampire Weekend et al moeten missen. Hopelijk dus snel ergens in een zaal, heren FG, en dan beloven we keurig op tijd te komen!

Nosaj Thing
Nosaj Thing

De tijd wat onledig gemaakt tussen Joker (gaapgrime) en Horace Andy (tja… reggae zeker? met evenwel een superieure vocal) terwijl het terrein steeds zompiger werd, en dan maar post gevat in de Lefto-tent waar zich de komende uren het persoonlijke hoogtepunt van het festival zou voltrekken. De verwachting voor een triootje Nosaj Thing/Flying Lotus/Gaslamp Killer waren al hooggespannen. Maar reeds halverwege de hypnotische, verblindende, en soms gewoon onwerkelijke set van Nosaj Thing begon ons wat te dagen. Vorige week publiceerde FlyLo op z’n Brainfeeder site een tribute mix met werk van de weergaloze jazztoetsenist George Duke. In de begeleidende tekst poneerde hij volgende stelling: “I think we are in a similarly creative moment now in LA as existed in the mid seventies and it seems fitting to make the link.” Terwijl Nosaj Thing in een zen-trance zijn orchestrale future hiphop vanuit een andere dimensie stond door te seinen, beseften we dat deze bewering niet eens zo overdreven was. En bij uitbreiding zouden we kunnen zeggen: de Brainfeeders bevinden zich op eenzelfde punt als de Amerikaanse jazz in het begin van de jaren ’70. Een stel hoogst intelligente muzikanten met een enorme honger naar kennis en experiment, die zich roekeloos op nieuwe horizonten storten. In dat opzicht is Nosaj Thing de Herbie Hancock van het stel: de lichtjes nerdy techneut die zich verkneukelt met allerlei gadgets, maar met zijn klassieke opleiding ook de meest onvoorstelbare melodieën en harmonieën weet te koppelen aan geavanceerde ritmes en beats.
Dat maakt van Flying Lotus een Miles Davis circa Bitches Brew, zij het een wat jongere en aanzienlijk minder sjagrijnige versie. Maar hij bezit dezelfde drive om z’n eigen muzikale ervaring te verruimen door te puzzelen met alles dat inspiratie kan opleveren. Voor deze versie van zijn liveshow betekende dat ondermeer de aanvulling met jazzdrummer Richard Spaven en toetsenwonder Dorian Concept, en het resultaat was niet minder dan verbluffend- een radicaal eigen interpretatie van het beste wat electronische muziek (van avant-garde tot pop) de laatste twintig jaar heeft opgeleverd, aangevuld met ambitieuze jazz en onversneden funk. Dat zo’n optreden af en toe prettig ontspoort, is dan maar normaal. Maar nergens raakten we de draad kwijt, en trouwens: ook de volle tent (zo’n 7000 man) bleef heel de speelduur lang in opperste extase kijken, dansen, voelen- waarmee ook de vraag of dit niet wat té intellectueel klonk lik op stuk was beantwoord. Flying Lotus zit momenteel op topniveau, en lijkt gefocusd genoeg om het nog een tijd vol te houden, en waarschijnlijk nog wat op te drijven.

Met al die klassebakken in z’n entourage, vinden we het jammer dat Gaslamp Killer wat ter plaatse blijft trappelen. Akkoord, met z’n onbesuisde kapriolen is hij perfect op z’n plaats op Dour en het werd tijd dat hij er eens stond. En zeker nadat zijn onduidelijke technische problemen waren verholpen wist hij toch nog vaart te krijgen in een set die wat struikelend uit de startblokken kwam, en vooral in het begin werd voortgedreven door het enthousiasme van z’n publiek. Dit gezegd zijnde: hij blijft teren op een handvol platen die onderhand z’n handelsmerk zijn geworden, en z’n hak-op-de-tak manier van mixen kan soms op de zenuwen gaan werken. Maar vooral: de man heeft al meermaals z’n ware talent getoond met waarlijk geweldige mixtapes en zeker ook enkele rake eigen producties op een paar EP’s en het album van Gonjasufi, ondertussen alweer meer dan een jaar geleden. We hopen dus oprecht dat hij niet blijft steken in de (voorlopig nog vermakelijke) kermiskunstjes die we ook hier weer meekregen, en dat hij het komende jaar gaat meedrijven op de creatieve golf die de rest van de Brainfeeders gevonden hebben.

Het leek toepasselijk dat we voor de Late Night Show van Drums Are For Parades moeizaam doorheen een stijf moeras moesten waden, om achteraf te ontdekken dat daarlangs goed verscholen gewoon een verhard paadje liep. Vergeef ons de scheve metafoor (we naderen het einde) maar DAFP weet een nichegeluid met een ‘moeilijke’ reputatie onverhoeds maar trefzeker voor een groter publiek verteerbaar te maken. En deels ligt dat gewoon aan hun eigen houding tegenover de muziek die ze spelen- dat viel al te merken aan het fronsend konijn op de hoes van hun debuut. En dat valt ook steeds meer te merken op het podium, waar ze steeds meer een ongedwongen spelplezier vertonen, waar andere bands van deze strekking met alle moeite een somber dreigende facade opzetten. Wat zeiden we gisteren over Anthrax en Neurosis? DAFP leert ons dat je de keuze eigenlijk helemaal niet hoeft te maken, en dat is een hele opluchting. En waarschijnlijk wééral een diepzinnige metafoor. Een teken dat we er stilaan mee mogen ophouden. De weg naar de camping is lang, en verscholen onder een dikke laag moos.

CODA: dag 4 (zondag)

Waarvoor hadden we nog willen blijven? Boris, Russian Circles, Hercules & Love Affair eventueel, Public Enemy misschien. Maar een blik op de wolkenhemel (donker), onze reserve verse sokken (op) en onze gsm (leeg en niet voorzien van een lader) deed ons besluiten dat een mens soms zijn grenzen moet erkennen. Ons gezelschap wou naar huis, en wij eigenlijk ook. Wat voor gekken vieren eigenlijk vier dagen lang festival?
Wie het ook zijn, waar ze nu ook zitten en in welke toestand: bedankt, stelletje gekken, voor alweer een zot, ranzig, uitbundig Dour.

Nog meer nieuws krijgen over muziek en kunst?

Schrijf je in op de Gonzo (circus)-nieuwsbrief!