Deze week verandert Amsterdam in Indiestad. Een nieuw festival, georganiseerd door Paradiso, dat ‘mooie, bijzondere, grensverleggende, hippe en hartverwarmende indie-optredens en -initiatieven’ samenbrengt in verschillende zalen verspreid door de hele stad. Waaronder OT301, alwaar de Amerikaanse synthesizertovenaars Emeralds hun kosmische klanktapijten komen weven.
Of het trio uit Cleveland grensverleggend is betwijfelen we ten zeerste, maar hip zijn ze zeker. De band is al een tijdje bezig, maar het is pas de laatste twee jaar dat hun naam steeds makkelijker van de hippe tongen rolt. Of dat te danken is aan vermeende raakvlakken met de “hypnagogic pop”-hype, aan een revival van alles kraut und kosmisch of aan het feit dat de band is opgeschoven van louter spacey drones naar meer uitgewerkte nummers weten we niet, maar we komen het graag ontdekken. Emeralds is vanavond gekoppeld aan Skeletons, die met hun art rock met invloeden van over de hele planeet uit een heel ander vaatje tappen. Een curieuze combinatie dus, maar dat lijkt onvermijdelijk binnen een festivalprogrammering. Een combinatie met Toro Y Moi of Gold Panda, die vanavond in Bitterzoet spelen, had meer voor de hand gelegen, maar afstemming van maat zaal op maat band zal wel voorrang hebben gekregen.
Emeralds lijkt op het podium alles volledig live te spelen, mogelijk noodgedwongen, want de meeste apparatuur oogt alsof het uit het pre-MIDI-tijdperk stamt. John Elliott en Steve Hauschildt toveren dan ook pads, gebubbel en arpeggio’s uit hun synths die rechtstreeks lijken weggedreven uit de studio van Tangerine Dream en Ash Ra Temple. De huilende gitaar van Mark McGuire maakt dat beeld compleet. De set golft heen en weer tussen makkelijk verteerbare stukken, zoals ‘Candy Shoppe’ van ‘Does It Look Like I’m Here?’, het album van vorig jaar op eMego (klik hier voor een recensie), en een enkel wat steviger nummer dat de drone-roots van de heren bloot legt. De hoofdrol is voor de elektronica, zelfs zozeer dat de McGuire bij een paar nummers ondanks zijn ingespannen snarenspel niet of nauwelijks te horen is. Of mogelijk zo sterk gefilterd en gemanipuleerd wordt, dat hij niet meer van de keyboards te onderscheiden is.
Emeralds klinkt live wel een stuk dunner dan op de plaat. Daarop komt de veel-lagige muziek vaak als een allesomvattende nebula langsdrijven, wat een beeld oproept van een studio vol enorme, aan elkaar gedrade modulaire synthesizers. De set-up op het podium bestaat echter uit een bescheiden verzameling keyboards, wat het minder uitgebreide geluid zal verklaren. Maar het mag de pret niet drukken, vindt met name een aantal fans die uw recensent herkent als oudgedienden die Klaus Schulze waarschijnlijk nog live hebben gezien toen hij nog deugde. Ze beleven gouden tijden deze week, want aanstaande woensdag, de laatste dag van Indiestad, staat in Paradiso Oneohtrix Point Never, die andere hippe ster aan het kosmische firmamament.