We Are O’pen, 11 & 12 februari 2011

Poppodium TRIX vormde afgelopen weekend voor de derde maal het decor voor het minifestival We Are O’pen. Aan het publiek werd een dwarsdoorsnede van veelal nieuwe, Belgische bands getoond – al waren er ook wat plekjes ingeruimd voor Nederlandse bands.

Vrijdag

weareopen
Logo We Are Open

Het jonge drietal Low Vertical trapte de avond af in het clubgedeelte van Trix, waar voor deze gelegenheid een tweede, kleiner podium tegenover de bar was opgebouwd. Ze hadden hun instrumentarium voor het optreden voorzien van een paar kleine tv-kasten om hun eigen muziek van visuals te voorzien, maar het werd niet echt duidelijk wat de link was tussen de beelden en hun muziek. Muzikaal steunde de band vooral op elektronische ritmes, die lichtjes werden ingekleurd door gitaar, bas en ijle zang. Dit gaf aanvankelijk een lekkere vaart aan de nummers, maar op den duur werd het gitaargepingel nogal melig.

Op de bovenste verdieping was er deze avond ook een vip-ruimte ingericht, waar er een aantal nummers ten gehore werd gebracht van de Expats cover sessions. Dit project voltrok zich het afgelopen jaar in de opnamestudio van Trix onder leiding van de band General Mindy, die een indrukwekkend blik aan speciale gasten opentrokken uit de Belgische popscene. De opnames zijn op cd een leuke gimmick, met onder andere een gitaarversie van Busta Rhymes’ ‘Woo hah! Got you all in check’, maar er bleef live weinig van overeind – wat meer te wijten was aan het druk borrelende en netwerkende publiek, en niet zo zeer aan de muzikanten zelf.

Terug in de zaal hadden The Sore Losers het gaspedaal al flink ingedrukt. Het viertal werd dit jaar tweede in Humo’s Rock Rally, en de bandleden stralen stuk voor stuk uit dat ze weten hoe je een goede liveshow neerzet – ondanks dat het muzikaal weinig origineel is. Na een paar nummers wordt deze uitstraling echter vervelend. Wanneer de drummer uiteindelijk elke maat zijn bril terugduwt op zijn neus tijdens het drummen, wordt het tijd voor de volgende band: Flying Horseman. Voor het eerst deze avond staat er een band op het podium die niet voor de kortste weg naar het applaus kiest, maar via omzwervingen het publiek meeneemt naar de mooiste open plekken in het woud van donkere folkdrones. Het publiek kijkt ademloos toe en laat zich gewillig meesleuren.

Na Flying Horseman ontwaakten we weer langzaam op de fijne klanken van Broken Glass Heroes. Deze nieuwe band debuteerde dit jaar met de eerste langspeler ‘Grandchildren of the revolution’, dat vol ijzersterke popsongs staat. De nummers ontlenen hun charme vooral aan de geijkte Beach-Boys-formule, maar je doet de band tekort door deze muziek af te doen als een simpel eerbetoon. Dat blijkt eens te meer als je deze band live aan het werk ziet. Afsluiter van de avond is A Brand. De bandleden zijn in hetzelfde kostuum uitgedost, en klinkt net zo gelikt als ze er uit ziet: als een feestband met gitaren. Ze spelen overtuigend. Erg overtuigend zelfs, want ze hebben slechts twee nummers nodig om mij te doen besluiten dat het tijd is om naar huis te gaan.

Zaterdag

De volgende dag stonden er ook wat Nederlandse bands op het programma, zoals Alamo Race Track en DeWolff. De laatstgenoemden zetten zoals verwacht een sterke show neer. Autorijden mogen ze alle drie nog niet, maar ze scheurden er alledrie op los op hun instrumenten. De jonge knapen klonken alsof ze net uit hun papa’s platenkast zijn gekropen, en nog geen tijd hebben gehad om zichzelf af te stoffen. In diezelfde kast vonden ze blijkbaar ook het Hammond-orgel, dat op zijn laatste benen loopt: tijdens grote delen van de show was het instrument nauwelijks te horen.

Na de show van dit energiek drietal is het de beurt aan een andere jonge band: Steak Number Eight. Al snel werd duidelijk dat zij voor het steviger materiaal zorgden dit weekend: hun sludgemetal was vanaf de eerste noten een stevige vuistslag in het gezicht. Ze hebben er zin in, en hebben er maar een paar nummers voor nodig om de stoppen door te laten slaan. Even dreigden ze akoestisch verder te moeten, maar de technische problemen waren snel verholpen. Een heel ander geluid klonk er daarna vanaf de andere kant van de club, waar Alamo Race Track het podium bij de bar had bestegen. Het is een aantal jaren stil geweest rondom deze Nederlandse band, maar er komt binnenkort eindelijk weer een nieuwe plaat van ze uit. Het optreden beloofde alvast veel goeds: ze speelden een haast magische set en wisten het publiek moeiteloos te overtuigen met hun bijzondere sound.

De grootste revelatie van dit minifestival bleef bewaard tot het einde: Manngold zette een verbluffende show neer in de bar beneden, die deze dag was omgetoverd tot kleine zaal. Het vijftal maakt psychedelische krautrock, waarbij beide drummers absoluut de show steelden door volledig synchroon te spelen – zelfs wat betreft het volume. De gitaren loeiden om beurten om het hardst, terwijl de bassist op knappe wijze nog wat lucht in deze oorverdovende klankenstorm wist te scheppen. Net als vele bands die dit weekend speelden heeft Manngold nog geen muziek uitgebracht, al staat er voor dit jaar wel iets op stapel.

Tijdens We Are O’pen werd een nieuwe lichting Belgische bands gepresenteerd. Althans, nieuw: een korte blik op het programma volstaat al om te zien hoe innig verweven alle bands zijn door de bevriende muzikanten. De grote verrassingen bleven echter uit, ondanks de frisse afwisseling tussen door de wol geverfde muzikanten en de enthousiaste jongelingen. Dat het Belgische bandjesklimaat levendig is, is geen nieuws. Dit weekend bewees vooral dat er weliswaar veel gebeurt, maar uiteindelijk wisten lang niet alle bands te overtuigen.

tekst:
Andy Leenen
beeld:
weareopen
geplaatst:
zo 20 feb 2011

Nog meer nieuws krijgen over muziek en kunst?

Schrijf je in op de Gonzo (circus)-nieuwsbrief!