Net als de voorgaande twee edities had Incubated 3 een erg aantrekkelijke poster.
Na optredens van o.a. Kiss The Anus Of A Black Cat tijdens de eerste editie en Hauschka en Knut slechts een maand geleden, sierden Jonas Reinhardt, Rene Hell en Volcano The Bear deze keer het affiche. Helaas is een affiche niet gelijk aan een weerbericht, noch een zekerheid. De sneeuw was echter wel een zekerheid, niet alleen in Nederland maar over heel West-Europa. Zo stond twee derde van de line-up om vijf uur des middags nog in de file ter hoogte van Hannover. Normaal gesproken drie en half uur rijden, maar om negen uur – het moment dat Jonas Reinhardt had moeten aanvangen – is er nog geen teken van Jesse Reiner noch van Jeff Witcher (Rene Hell). Sterker, Paradox zal het zonder de aanwezigheid van deze heren moeten doen. Als namelijk om twaalf uur laatste ronde wordt geroepen, zijn ze nog niet gearriveerd. Dat zal pas gebeuren rond één uur, wanneer het barpersoneel van Paradox al lang en breed aan de welverdiende nadrink zit. Maar tot zover een verslag van artiesten die níet speelden, het Britse duo Volcano The Bear had Tilburg wel bereikt en ook Bob Rusche was het gelukt om met zijn cd- en platenkoffers uit Hilversum naar het zuiden af te zakken.
De KinkFM dj krijgt meer ruimte om te draaien, en Volcano The Bear speelt om de pijn te verzachten een extra lange set. Een uur en een kwartier wordt het publiek verrast en vermaakt door de multi-instrumentalisten uit Leicester die voor deze gelegenheid met zijn tweeën het podium bestegen. Op intrigerende wijze wordt de set geopend in een improvisatie op klarinet en pvc-buis. Indrukwekkend, maar een zware opener om de avond mee te beginnen. Het theatrale aspect dat live naar boven komt, ligt er dan nog iets te dik boven op. Heel even ontstaat zelfs het gevoel dat je naar een experimentele versie van het komische duo Mini en Maxi zit te kijken. Maar naarmate de avond vordert, vervaagt dit gevoel. De gehele ruimte wordt instrument bij Volcano The Bear. Ogenschijnlijk achteloos weggeworpen cassettebandjes, het ontmantelen van de klarinet, het openen ritsen van een zakje of plaats nemen achter de vleugel leveren wel geplaatste geluiden op die binnen de muziek vallen. Geen handeling is bij dit gezelschap ondoordacht of onbedoeld, alles heeft een functie en voegt iets toe aan het magische pallet aan tonen waar het Paradox mee vangt. Dwarrelend van improvisatie en free jazz langs een gedreven exercitie in krautrock en bedwelmende drones wordt het publiek geboeid en verrast.
Niet alleen in toon, maar ook in instrumentarium. Zo is een van de hoogtepunten een aardig stukje deltablues uitgevoerd op twee fourtrack tapedecks die hier dienstdoen als instrumenten, waarbij de loops live vervormd en bewerkt worden. Als je echter de ogen sluit, stel je je zo een oude katoenplukker voor met zijn versleten dobro. Op de meer conventionele momenten in de set raakt de muziek aan de experimentelere momenten van Motorpsycho ten tijde van ‘Timothy’s Monster’ en ‘Angels And Daemons At Play’. Spelend met geluid, maar nog steeds grijpend en toegankelijk (hoewel een Justin Bieber-fan hier waarschijnlijk anders over zal denken). Het geheel wordt omfloerst met een haast theatrale serieusheid, die al net zo doordacht is als de muziek waarin geen toevalligheden bestaan, maar evenmin iets gepland lijkt. Een dik uur dat het gemis van de andere artiesten dan wel niet goed maakt, maar zeer zeker tot tevredenheid en een daverend applaus leidt.
Even is er dan nog de ijdele hoop dat Rene Hell en Jonas Reindhardt alsnog komen. Maar Paradox loopt toch langzaam leeg. Bob Rusche pakt zijn platen weer in na nog een goede drie kwartier zijn beste X-Rated platen te hebben gedraaid – hier helaas zonder zijn uitleg en duiding – en Peter Meeuwsen gooit er een verzamel-cdtje Witch House in. Muziekminnend Tilburg blijft hangen, kletst wat. En zij die lang genoeg blijven hangen, zien tegen twaalven Vincent Koreman met de MCN World Up! Award voor Generation Bass binnen lopen. Een mooie punt achter een versneeuwde, maar even goed geslaagde avond.